“Pracht in de Gracht” Zaltbommel Street Art Project by Truus Brands in 40 sec.
‘Steeds vernieuwen annemiek steenbekkers
‘Steeds vernieuwen, niet vastzitten aan één stijl’
door Annemiek Steenbekkers
Ze rinkelen nogal eens in huize Brands in Hurwenen, de alarm- bellen. Als één van de kinderen Loena en Jerno of echtgenoot
Paul er lucht van krijgt dat Truus Brands surfend op internet weer een ‘projectje’ op het oog heeft. Zoals de twee zilverkleurige schoenen, die pontificaal op tafel staan en die ze van plan is te beschilderen. Of de badkuip van Villeroy & Boch in de vorm van een zitbank. Ook die is nu nog maagdelijk wit. Wachtend op het kenmerkende, kleurrijke jasje, dat zij behalve aan schilderijen inmiddels ook heeft gegeven aan onder meer keramiek, houten palen en een gitaar.
„Pap, mama heeft weer wat, gaat het dan. Maar ze vinden het wel leuk hoor”, vertelt Brands, zittend op een stoel die ook op de nominatie staat voor de status van kunst- object. Een jaar of tien is de 45-jarige kunstenares nu bezig. Haar werk wordt langzaamaan op steeds meer plaatsen zichtbaar. „Ik weet van jongs af dat ik teken- talent heb. Ben goed in visualiseren. Als ik iets ga maken, is het in mijn hoofd al af. Het eindresultaat matcht dan ook altijd met wat ik vooraf had bedacht. Vaak is het zelfs nog mooier.”
Toch duurde het lang voordat ze echt aan het schilderen sloeg. „Door de omstandigheden. Mijn ouders zaten in de bloemen. Dertien jaar runde ik een bloemenzaak in Zaltbommel in winkelcentrum De Vergt. Ik maakte werkweken van zestig, zeventig uur en sportte veel – ik schaatste toen al – dus bleef er geen tijd over om creatief bezig te zijn. Ik ontwierp en naaide wel zelf kleding, maar dat was minimaal.”
Uiteindelijk ging ze een paar dagen per week bij SieMatic aan de slag en kwam er meer ruimte. „Anderhalf jaar geleden ben ik helemaal gestopt met buitenshuis werken. We hebben het inkomen van Paul en ik kan kostendekkend werken. Ik heb mijn atelier aan huis, kan daar lekker dingen uitvogelen, soms tot elf uur ’s avonds, zo fijn. Ik besef wat voor een luxe dat is.”
Ze is het intussen gewend om met vijf dingen tegelijk bezig te zijn. Houdt de inspiratie voor ding zes en verder, waarvoor de tijd ontbreekt, bij in een boekje. „Ik wil nog zoveel. Zoals in een boekje de Bommelerwaard in beeld brengen.”
Hoezeer het in de bovenkamer ook barst van de ideeën, die eerste penseelstreek blijft een crime volgens Brands. „Een gevecht met jezelf, vooral in het begin, als je voor een leeg doek van anderhalve meter bij anderhalve meter zit. Ik begin vaak met een krijtje wat lijnen te zetten. Hoe ik het voor elkaar krijg dat het uiteindelijk op dat doek komt zoals ik het wil, dat weet ik niet.”
Het tekent haar talent, maar ook haar gedrevenheid. „Het lijkt heel spontaan wat ik maak, en makkelijk, maar veel elementen zijn helemaal uitgedacht.” Wat onder meer blijkt uit het feit dat diverse details een terugkerend karakter hebben in haar werk, zoals de loop van de Maas en de Waal. „Maar ook een oranje en blauw figuurtje zie je bijna overal terug. En bij mij schijnt ook altijd een zonnetje.”
Toch laat tien jaar tekenen en schilderen duidelijk een ontwikkeling zien. „Als je een schilderij uit 2008 bekijkt, zie je dat de figuren geen knieën hebben, en geen ellebogen en voeten. De ogen waren allemaal zwart omrand. Terwijl ik nu figuren heb zonder ogen. Maar die mis je niet.”
Brands doelt daarmee op haar laatste schilderijen, geïnspireerd op werk van Jan Sluijter. „Zo wil ik blijven vernieuwen.
Nu ook weer meer mozaïekwerk. Ik wil niet vastzitten aan één stijl.”
Gedreven, maar ook perfectionistisch misschien. „Nou, ik weet niet of dat het is. Ik denk eerder dat ik leergierig ben. Ik wil álles weten. Twee jaar geleden heb ik nog even overwogen de kunstacademie te gaan doen, maar ik ben niet te sturen. Bovendien lees ik veel over kunst en kunst- geschiedenis.” Kennis, kunde maar ook grip wil ze hebben, op alles wat haar werk raakt. „Ik wil zoveel mogelijk zelf doen, ook de lijsten en het glas. Ga zelf op zoek naar het juiste materiaal, bedenk hoe ik het wil hebben, bestel spullen en ga ermee aan de slag. Ik werk veel samen met bedrijven uit de buurt die me helpen bij de uitwerking. Het moet allemaal kloppen.”
Het enige nadeel van die autodidactische aanpak, zo ervaart Brands, is dat ze erg gehecht raakt aan haar werk. „Soms bel ik een klant een week later dan gepland, omdat het me zeer doet om het te laten gaan. Dan zet ik het werk op een ezel in de woonkamer, zodat ik er nog een week omheen kan lopen. Dat heb ik nodig.”
interview met Annemiek Steenbekkers, Brabants Dagblad, donderdag 22 mei 2015